Hier zijn de opdrachten!!!
Onderdeel nr1: Deelonderdeel nr.1: 1591: Er wordt besloten dat de handel van specerijen in handen van grote banken valt. 1594: Een Nederlandse vloot vertrekt naar Azie.
20 maart 1602: V.O.C. opgericht.
1596: Itinerario gepubliceerd.
1601: De Duyfken vertrekt vanuit texel.
1609: Nieuw beleid.
1610: Grote financiele problemen.
1612: Assurantieplan.
1623: Abonse moord.
1641: Malakka veroverd.
1602-1684: Continuele oorlog.
1684: Hoogtepunt van de macht van de VOC.
Deelonderdeel nr. 2:
1. Specerijen waren zeldzaam en dus zeer kostbaar.
2. Aan specerijen is een standaardbehoefte omdat als het gegeten word, het weg is.
Onderdeel nr.2:
De 6 kamers hebben in totaal ingelegd: 6429588 in f en in Euro 2917619
Amsterdam legde in: 3679915 in f en Euro 166789 en in procenten 57%
Zeeland legde in: 1300405 in f en Euro 590098 en in procenten 20%
Enkhuizen legde in: 540.000 in f en Euro 245041 en in procenten 8%
Delft legde in: 469.400 in f en Euro 213004 en in procenten 7%
Hoorn legde in: 266.868 in f en Euro 121099 en in procenten 4%
Rotterdam legde in: 173.000 in f en Euro 35623 en in procenten 4%
De kamer van Amsterdam legde het totaal meeste geld in.
Het overwicht blijkt in het feit dat veel beslissingen genomen mochten worden.
Onderdeel nr.3:
1. Europa, Azie, Afrika, Australie.
2. De kaarten zijn niet zo precies als dat ze nu zijn.
Onderdeel nr.4:
1. Ja, hij had te maken met een uitgedroogde lading en met storm.
Onderdeel 5:
f 450,- Hertenhuiden f 900,-
Japans koper f 1800,-
f 1800,- Delen door F 2,5
21600 pond nagelen
Keer 30= 720 stuks katoenen stof
Als de VOC de nagelen zonder tussenhandel gekocht had: f 0,25 per pond.
f 0,25 Keer 21600 pond nagelen= f 5400,-.
Dus: Met tussenhandel kostte het de VOC f450,- en zonder tussenhandel kostte het de VOC maar liefst f5400,-.
f 5400,- min f 450,- = f 4950,-
De winst is dus: f 4950,-
Onderdeel 6:
1. In Nederland kan je nog zien dat we een langdurige relatie gehad hebben met Indonesie, omdat er nog veel Indonesiers in Nederland wonen, en veel mensen daar nog Nederlands kunnen praten.
Mening:
Dat de V.O.C. niet alleen een handelsorganisatie is, is opzich slim, omdat ze dan meer mogelijkheden hebben dan concurrenten. Maar dat ze de vrijheid kregen om concurrenten uit te moorden is natuurlijk belachelijk en een oneerlijke manier van het beconcurreren van je tegenstanders.
Vragen over dit stukje:
1.Wist de regering van deze moorden af en zo ja, zouden ze dan deze rechten ingetrokken hebben?
2.Zouden de concurrenten door deze moordactie definitief weg zijn en blijven uit het eiland?
Dit stukje zegt over de bevoegdheden van de V.O.C. dat deze uitzonderlijker en hoger waren dan nodig en goed voor ze was.
Opdracht 7:
VIND JE OP DE PHOTO PAGE
|
Uitleg van de cijfers van het hierboven afgebeelde VOC schip.
De term spiegelschip werd gegeven aan de boven- en onderspiegel aan de achterzijde (achtersteven) van het schip. Deze schepen hadden een gemiddelde lengte van 40 meter en waren driemasters. De grote mast (13) in het midden van het schip en de fokkemast (12) voor op het bakdek waren vierkant getuigd, de bezaansmast (14) op het bovenkampanjedek was langscheeps getuigd. De boegspriet (11) kon, als het nodig was, voorzien worden van twee extra zeilen. Onderin het schip bevond zich het vrachtruim (1). Hierin kon een koebrugdek (2) neergezet worden. Het koebrugdek, dat niet in ieder schip was, kon gebruikt worden om mannen en/of specerijen te bergen. Op dit dek kon men amper rechtop staan; de afstand tot de balken en planken erboven is maximaal anderhalve meter. Het overloopdek (3) sloot het vrachtruim van boven af. Hier waren de kombuis en de bottelarij. Het overloopdek gold als belangrijkste verblijfplaats voor de bemanning en diende ook als geschutsdek voor de zwaardere kanons.
Aan de achterzijde van het schip was een verhoogd gedeelte: het bovenkampanjedek (8). Hieronder kon men de kapiteinshut, de officiershutten en de kajuit (6) vinden. Het bovenkampanjedek liep over in het half- of kampanjedek (7). In de tropen werd dit overspannen met doek om bescherming tegen de zon te geven. Het schip werd bestuurd vanaf de stuurplecht (5), aanvankelijk met behulp van een kolderstok en later met behulp van een stuurrad. De stuurplecht vormde de achterste begrenzing van het verdek (4). Aan de voorzijde werd het verdek begrensd door het bakdek (9). Dit verhoogde gedeelte van het schip werd eveneens als verblijfplaats voor de bemanning gebruikt. Het galjoen (10), het verstevigde uitgestoken gedeelte aan de boeg van het schip, dat meestal voorzien was van een prachtig ornament, bepaalde het karakteristieke vooraanzicht van een Oostindie-vaarder.
De gemiddelde bouwtijd van een spiegelretourschip op de werven van de VOC was 5 tot 8 maanden, de bouwkosten bedroegen ongeveer f 90.000 - f 110.000 (Euro 40840 - 50000). Hun laadvermogen was over twee eeuwen gemiddeld 800 ton. Een schip ging ongeveer 15 jaar mee.
BRON (voc-kenniscentrum.nl)
BRON (kitlv.nl)
|
|